‘Stilte is zo precies’
Mark Rothko
Halverwege de weg van Barcelona naar Andorra ligt het atelier annex woonhuis van Jaume Amigó. Erachter ontwaar je het immense bergmassief van de Pyreneeën met op de hoogste toppen sneeuw. In deze afgelegen streek, met de fraaie naam La Noguera, maakt Amigó dagelijks lange wandelingen door omliggende korenvelden en eeuwenoude gehuchten. De meeste zijn niet meer bewoond. Al wandelend bestudeert hij er de natuur, loopt tegen bijzondere fossielen op, bekijkt rotspartijen en stapels met groene mossen begroeide stenen. Dit soort ervaringen stemmen tot nadenken en vormen een belangrijke bron van inspiratie voor zijn schilderijen en werken op papier. Mystiek werk waarin de echo uit een ver verleden doorklinkt, evenwichtig van compositie en vaak geladen met een diep doorvoelde, haast serene sfeer. Stevig geaard ook en tegelijkertijd raadselachtig. Ik spreek Amigó in zijn atelier en krijg de kans om als een van de eersten zijn nieuwe werk te bekijken dat hij dit jaar zowel in Amsterdam als in Tokyo en Osaka laat zien.
Gelaagd werk
Als je zijn doeken goed bekijkt, lijkt het alsof het licht er doorheen breekt. Om dat effect te bereiken mengt Amigó pigmenten, aarde, en acrylverf tot een dikke pasta die hij vervolgens met water aanlengt en op het doek uitsmeert. De natte ondergrond moet eerst enigszins drogen voordat hij er de abstracte vormen in kan schilderen, die hij heeft afgeleid uit de natuur. Abstracte, maar ook goed herkenbare vormen: cirkels en ovalen - heel soms een enkel vierkant of rechthoek – met dunne vloeiende kwastbewegingen op het doek gezet. Daaroverheen komt dan vaak een structuur van ijle verticale lijnen, die over het schilderij lijken te zweven en het extra diepte verschaffen. Amigó’s werken op papier zijn wat simpeler van opzet: minder gelaagd maar wel met meer abstracte vormen en tekens die met elkaar een patroon vormen. Vaak zijn die vormen van binnen ook nog gearceerd, wat associaties oproept met prehistorische gravures. In zijn meest recente schilderijen gaat Amigó’s aandacht vooral uit naar de kleur. Daarbij laat hij de achtergrond een belangrijke rol spelen. Bepaalde kleuren, zoals de kleur rood, geven volgens hem een mystiek effect. Maar ook de kleur zwart, die volgens de Amerikaanse schilder Mark Rothko zowel de aanwezigheid als afwezigheid van kleur suggereert, blijft Amigó mateloos boeien.
Inspiratiebronnen
Bij het horen van de vraag wat behalve de natuur zijn overige inspiratiebronnen zijn, lichten Amigó’s ogen op. Hij vertelt dat de beroemde Catalaanse schilder Antoni Tàpies één van zijn favoriete schilders is. Weliswaar is diens werk beduidend expressiever en ook feller maar de mengsels van aarde, zand, teer en verf die Tàpies voor zijn doeken gebruikte, maakten in het verleden op de nog jonge Amigó al een grote indruk. Ook nu nog laat hij zich erdoor inspireren en maakt hij gebruik van eenzelfde soort roodgekleurde aarde die hij haalt onderaan de voet van de heilige berg Montserrat, niet ver van de stad Barcelona, zijn geboortestad. Andere fenomenen die hem blijvend hebben beïnvloed zijn het zenboeddhisme en het shintoïsme, waarmee hij in aanraking kwam tijdens zijn reizen door Japan, in welk land hij jaarlijks op verscheidene plekken werkt en exposeert. Zijn contacten met Japanse kunstenaars hebben die invloed nog versterkt. In het zenboeddhisme vond hij de rust en kalmte, waar hij zo naar verlangde. Je treft in zijn werk dan ook diverse verwijzingen aan naar Japanse zentuinen, met hun fraaie, aangeharkte grindperken waarin stenen, gras, mossen, en andere natuurlijke elementen op een compositorische wijze worden geplaatst. Volgens Amigó is zo’n tuin een metafoor voor de natuur; de stilte is er voelbaar. Volgens het zenboeddhisme is het goddelijke aanwezig in alle mensen, levende wezens en objecten die ons omringen. Die gedachte bracht Amigó ertoe twee eenvoudige bloemkelken te schilderen op één van zijn laatste abstracte doeken. En dan is er nog de opmerkelijke invloed van de Japanse esthetiek en het daarmee verband houdende begrip wabi sabi, wat hem ertoe heeft aangezet zowel het eenvoudige als het onvolmaakte te koesteren.
Jaume Amigó ziet zijn schilderijen als reflecties van de werkelijkheid. Ze zijn weliswaar grotendeels abstract, maar willen de werkelijkheid geenszins ontkennen. Amigó schildert enkel wat er voortvloeit uit zijn concrete herinnering; dat wat er in zijn geest ligt opgeslagen. Nooit is hij bezig met het schilderen van bestaande landschappen; hij schildert plekken die hij na verloop van tijd verinnerlijkt heeft. In dat verband is het passend een citaat van de Duitse filosoof Hegel aan te halen uit zijn Verhandelingen over de esthetiek: ‘De schoonheid van de kunst wordt in de geest geboren en herboren. Het gaat haar juist om alle diepere uitwerkingen in de ziel, zonder uiterlijkheden en bijzaken die slechts tot oppervlakkige esthetiek leiden. De scheppende kracht van de kunstenaar ligt in zijn geest.’
Etienne Boileau
Journalist en schrijver
Copyright 2015© Etienne Boileau
|