Wereldproblematiek in beeld tijdens Global Imaginations  

Voor de tentoonstelling Global Imaginations werden twintig internationaal opererende kunstenaars door een team van curatoren geselecteerd. Ze kregen het verzoek hun visie te geven op de huidige sterk geglobaliseerde wereld. Dat leverde in en rondom de drie gebouwen van de Leidse Meelfabriek een breed aanbod aan geëngageerde kunst op, waarin wereldwijde problemen en daarmee samenhangende conflicterende visies uitgebreid aan bod kwamen.

Etienne Boileau

Global Imaginations werd georganiseerd door een team van curatoren uit Museum De Lakenhal, het Nationaal Museum voor wereldculturen en enkele kunsthistorici naar aanleiding van het 440 jarig bestaan van de Universiteit Leiden. De meeste kunstenaars leverden een bestaand werk in dat verband hield met het thema. Maar er waren er ook die speciaal voor deze tentoonstelling nieuw werk hadden gemaakt waarvoor weken research was gedaan.

Politieke installaties
Bij binnenkomst op het terrein van de Meelfabriek liep je tegen diverse grote installaties op. Vaak was de lading positief, maar soms ook overheerste het negativisme. Zo was er de monumentale globe Back to Fullness, Face to Emptiness van de Chinees-Franse kunstenaar Chen Zen te zien. Aan de buitenzijde van de aluminium wereldbol waren stoelen uit verschillende culturen bevestigd. Binnenin vatte een Chinese tekst in rood neon de Rechten van de Mens samen. Volgens de maker verwijzen de daaraan ontleende woorden naar een toekomst van vrede en hoop; een mooi voorbeeld van positivisme. Jorge en Lucy Orta hadden op het centrale plein van de Meelfabriek één van hun imponerende Purification Factories opgebouwd waarmee het drinkwater van de achter de fabriek gelegen Zijlsingel gezuiverd werd. Daarmee duidelijk makend dat schoon drinkwater niet overal in de wereld tot de mogelijkheden behoort: een installatie die het oog streelde, maar tegelijkertijd ook wel een flinke reminder. Aanmerkelijk minder positief van toonzetting én vorm was het luchtkasteel Jumping Castle War Memorial van de Australische kunstenaar Brook Andrew. In de opgeblazen torens hingen zwarte plastic schedels en in het midden stond een grote zwarte opblaaspop. Het werk zou moeten fungeren als eerbetoon aan de slachtoffers van genocide door kolonialisme. Volgens de brochure bij de tentoonstelling zou het luchtkasteel niet misstaan in een pretpark. En daar hoorde het wat mij betreft ook: zo’n zwaar thema weergegeven in een dergelijke speelse vorm schiet z’n doel voorbij.

Wetenschap en research
Een tweede confrontatie met het publiek veroorzaakte de installatie van de kunstenaarsgroep Ghana Thinktank. Zij hadden het Achterhuis van Anne Frank op kleine schaal nagebouwd en noemden het gebouwtje Monument to the Dutch. Wanneer je achter de geopende boekenkast het huis instapte, bleek het bouwwerkje van binnen ingericht als moskee. Daar stoorde menig bezoeker zich aan, wat ook weer de nodige tweets opleverde en veel persaandacht. Op mij maakte dit werk ondanks alle commotie weinig indruk. Ook de uit Benin afkomstige Georges Adéagbo had gedegen onderzoek gedaan voor zijn ruimtevullende installatie. Hij bleek een paar maanden in Leiden te zijn geweest om daar de culturele en politieke geschiedenis van de stad te onderzoeken. Daar kwam een locatiegebonden installatie uit voort, waarin Adéagbo een relatie legde tussen zijn eigen persoonlijke geschiedenis, de stad Leiden en de Lakenhal. Je zag naast een wirwar van voorwerpen, platenhoezen, schilderijtjes en handgeschreven teksten op de wand, ook een kopie van het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden met daarop een zwarte Jezus. Een nogal versnipperde, anekdotische installatie die niet echt kon boeien. Veel sterker was de installatie The Natural Sciences  van de Amerikaanse kunstenaar Mark Dion. Hij had onderzoek gedaan in het depot van Naturalis Biodiversity Center. Uit dat depot vol fossielen, gesteenten, mineralen en opgezette dieren koos hij een reeks voorwerpen waarvan hij 3D-prints liet maken. Die werden vervolgens in een fluorescerende kleur groen gespoten. Zo creëerde Dion een nieuw surrealistisch curiositeitenkabinet met onder meer een keverlarve, een mammoet, de schedel van een neanderthaler en een microscoop. Alle voorwerpen werden in hetzelfde formaat geprint en achter elkaar op een langwerpige smalle tafel geplaatst. Door de veranderde schaal, de manier van plaatsing en de lichtgevende kleur van de objecten maakte het werk indruk. Met de installatie wilde Dion een ordening laten zien die afwijkt van de in het Westen gebruikelijke ordeningsmethodiek voor het verzamelen van (natuur)objecten.

Apocalyptische videoprojecties
Heel opvallend waren de buitengewoon onderhoudende videofilms, animaties en projecties in de Meelfabriek. Zo was er de speelse animatie van het Indiase kunstenaarscollectief Raqs Media Collective met de titel Fever, Fever. De animatie bestond uit bewegende foto’s van stenen Hindoestaanse godsbeelden en daardoorheen gemonteerde filmbeelden van een naakte man met op zijn hoofd een duikershelm, die door het beeld heen stapte. Langzaamaan nam vloeibare olie het hele beeld over; alleen de duiker bleef nog zichtbaar. Het werk verwees naar het door economische en politieke belangen gedicteerde verbruik van fossiele brandstof in relatie tot het verstrijken van de tijd. Op eenzelfde soort thema waren de twee videofilms van Rivane Neuschwander geënt. Daarop verschoven hele werelddelen om tenslotte te verdwijnen. Neuschwander had in de 16 mm film Pangoea’s Diaries de wereldkaart op een diep bord uitgezet met behulp van rundercarpaccio en honing. Geleidelijk aan zag je mieren hele continenten verorberen. Dit naar analogie van ons verbruik van natuurlijke hulpbronnen en de daarmee gepaard gaande opwarming van de aarde. In het voormalige Ketelhuis werden ook twee uitstekende video-interviews vertoond van de hand van Romuald Hazoumé uit Benin. Twee monitoren op de buitenwanden van een Afrikaanse hut, die hij in het Ketelhuis had opgebouwd uit lege oliejerrycans, vertelden het verhaal. In één van die interviews werd de bevolking in zijn geboorteland gevraagd geld te doneren voor Westerlingen omdat volgens Hazoumé westerlingen te weinig liefde kennen. Een humorvolle installatie waarin en passant de vele NGO’s in Afrika op de schop genomen werden. Van een ongebreidelde dwingende schoonheid waren de zes videoprojecties op de vloer van de bovenste verdieping in het Ketelhuis. De maker Tsang Kin-Wah neemt dit jaar deel aan de Biënnale van Venetië. Titel van het videowerk: The Fourth Seal - HE Is To No Purpose And HE Wants To Die For The Second Time (2010-15). Sinds 2009 werkt Kin-Wah aan The Seven Seals, een reeks van zeven digitale video-installaties die verwijzen naar het Boek der Openbaringen. In dat boek worden de zeven Goddelijke oordelen van de eindtijd onthuld: het gaat dan om verschrikkingen die over de mensheid zullen worden uitgestort vóór de terugkeer van Jezus op aarde. De betreffende Bijbelteksten had Kin-Wah met historische bronnen uit de westerse en oosterse wereld gecombineerd en zo tot nieuwe woordconstellaties omgevormd. Letters en woorden dwarrelden aanvankelijk rustig over de vloer om te eindigen in een onontwarbare, krioelende woordenbrij die desoriënteerde en hallucineerde wat ook kwam door het snoeiharde achtergrondgeluid.

Cultuurverschillen
In het Ketelhuis waren vier werken van de Palestijns-Britse Mona Hatoum uit de Caldic Collectie te zien. Daaronder een huiselijk vloertapijt waarop de aarde was afgebeeld in losse, niet op z’n plaats liggende delen die waren verschoven door aardschokken. Ook was er een gebedskleed gemaakt van rubberen darmen en een kleed dat geheel bestond uit spijkers met in het midden een kompas dat richting Mekka wees. Stuk voor stuk werken waarin gespeeld werd met cultuurverschillen en contrasten. Aan de wand hing ook nog een aluminium boemerang in een houten vitrine, die het adagium ‘Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’ verbeeldde. In hetzelfde gebouw trof ik op één van de bovenste verdiepingen een metershoge zandpendule van Marjolijn Dijkman, die verfijnde geometrische patronen in het onderliggende zand trok. Het werk bleek te handelden over voorspellingen en was daarmee een fraai slotstuk van een tentoonstelling die ondanks de gesignaleerde, veelzijdige wereldproblematiek bijna nergens afstootte of verveelde.


Copyright  © 2015 Etienne Boileau


Global Imaginations
De Meelfabriek Leiden
27 juni t/m 4 oktober 2015
www.lakenhal.nl/nl/overzicht/global-imaginations
www.demeelfabriek.nl



Chen Zen, Back to fullness face to emptyness, 1979-2009, foto G.J. Hoogland