Penone brengt tuinen van Versailles tot leven


Dit jaar bestaan de tuinen van Versailles 400 jaar. Om die reden staan er tot eind oktober zo’n twintig beelden van Giuseppe Penone. Zijn metershoge bronzen bomen en immense, bewerkte blokken marmer vormen een meer dan levensechte toevoeging aan de nogal saaie tuinen van Versailles. De (ruimtelijke) beleving van Le Nôtre’s tuinontwerp wordt er aanzienlijk door versterkt.

Door Etienne Boileau

Giuseppe Penone (1947) behoort tot de Arte Povera, een groep Italiaanse kunstenaars uit de jaren zestig, die vooral met alledaagse materialen werkten. De informele kunst die daaruit voortkwam, was een reactie op de toegenomen abstrahering en de weergave van een veel hardere werkelijkheid in de Amerikaanse kunst van die tijd. Penone’s werk gaat over de natuur, het verloop van de tijd, de menselijke herinnering en beleving. Als kunstenaar raakte hij geboeid door de groeikracht van een boom, haar jaarringen binnenin, en destructuur van een boomschors. Zo bracht hij enkele jaren terug tijdens de Biënnale van Venetië een zaalvullende installatie met honderden boven en naast elkaar tegen de wand geplaatste panelen van leer, waarin hij delen van verschillende boomschorsen had afgedrukt. In ons land zijn er diverse bomen van Penone, waaronder een metershoge beuk in het park rondom het Kröller-Müller Museum en een boven het maaiveld zwevende boom aan de Westersingel in Rotterdam. Fraai is ook de liggende boom op het landgoed van Joop van Caldenborgh. Eén van de zijtakken loopt uit in een afdruk van Penone’s hand waar water uitsijpelt.

Groeiexperimenten
Al vroeg pleegde Penoneinterventies op bomen; zo wikkelde hij in ’68 zijn hele lichaam rondom de stam van een hoge spar in de Alpi Maritime om de boom te dwingen die omhelzing in zijn herinnering op te slaan. Daarnaast hield hij zich in die jaren vaak bezig met groeiexperimenten, waarmee hij de intelligentie van de natuur onderzocht (zoals Sjoerd Buisman die bij ons in de jaren zestig uitvoerde). Daartoe legde Penone banden om bomen teneinde diktegroei te verhinderen en vlocht hij de takken van jonge boompjes in elkaar en liet die dan vervolgens jaren doorgroeien. Ronduit subliem zijn de metersdikke boomstammen (Alberi) die hij enkele jaren terug in Museum De Pont toonde. Die stammen schilt hij in zijn atelier voorzichtig open tot op een tevoren vastgestelde jaarring. Door de buitenste jaarringen langzaam te verwijderen en tegelijkertijd de knoesten te volgen en intact te laten, komt de vorm die de boom op een eerder moment van zijn leven bezat opnieuw te voorschijn. Bijzonder zijn ook de afgietsels van zijn eigen arm en hand die Penone rondom de stam van een jonge boom plaatste, waarvan het de bedoeling is dat ze jaren blijven zitten. Op den duur wordt dit menselijk ingrijpen uiteindelijk door de groeiende boom ingekapseld. Penone in een interview met Alfred Paquement, de huidige directeur van het Centre Pompidou: “Een boom kan zich niet herinneren dat hij door iemand is aangeraakt, maar plaats je een afgietsel van de hand van die persoon rondom de stam, dan zal de herinnering aan deze aanraking door de tijd heen zichtbaar worden in die stam.” Door een dergelijke ingreep op levend en natuurlijk materiaal maakt Penone duidelijk dat zijn creativiteit als kunstenaar verwant is aan de creativiteit van de natuur.

Ceder uit Versailles
 André Le Nôtre, de ontwerper van de tuin van Versailles, liet de tuin over verschillende niveaus aanleggen. De grootsheid en weidsheid moesten op de bezoeker een onvergetelijke indruk maken. Op het bovenste terras achter het Château begint La Grande Axe, de hoofdas; daar start ook de wandeling. Je treft er tussen twee grote ovale waterpartijen Penone’s beeldengroep Spazio di Luce aan: acht achter elkaar geplaatste, liggende afgietsels van boomstammen - van groot naar klein - steunend op hun takken. Die takken zijn hol en laten licht door, waardoor het binnenste van de stammen (dat verguld is) fraai oplicht. Penone bracht zowel aan de binnen- als de buitenzijde nog een extra waslaag aan, waarin hij de schors van de originele stam afgedrukte. Vervolgens werden de afzonderlijke stammen in brons gegoten. Sta je voor het grootste object en kijk je er doorheen dan kun je alle achterliggende objecten tegelijkertijd zien. Het levert een fraai spiraalvormig lijnenspel op waar geen einde aan lijkt te komen. Op hetzelfde terras staat ook het indrukwekkende bronzen beeld Tra scorza e scorza: twee metershoge afdrukken van stukken boomschors, met bovenin nog een uitstekende zijtak van brons. Ertussen werd speciaal voor deze tentoonstelling een jonge, hoge boom geplant, waarvan het bladgroen flink boven het brons uitsteekt. Het beeld baseerde Penone op afgietsels van een ceder die tot ’99 in het park van Versailles stond. Tijdens een razende storm dat jaar werd de meer dan tweehonderd jaar oude boom geveld. Penone in hetzelfde interview: “Ik werd getipt door een bevriende verzamelaar. Hij bood aan om twee omgevallen ceders uit Versailles voor me aan te kopen. Ik heb ze naar Turijn laten verschepen, waar ik mijn atelier heb. Pas veel later ben ik erover gaan denken om één van de beelden die daaruit ontstonden in Versailles te tonen. Het materiaal brons is eigenlijk heel geschikt om de natuurlijke verschijning van een boom weer te geven. Er is sprake van een mimetische gelijkenis; je moet mijn beelden aanraken om erachter te komen dat ze niet echt zijn, maar van brons.”

Anatomie van het marmer
Na het eerste terras volgt een paar meter lager een tweede, waarop zes grote bewerkte blokken carara marmer staan met de overkoepelende titel Anatomia 2011. Daarin geeft Penone vorm aan de gedachte dat materie tot leven wordt gebracht door al het vloeibare dat binnenin de aarde, de stenen, de bomen en het menselijk lichaam stroomt. De donkere nerven in het marmer benadrukte hij door het witte marmer eromheen uit te hakken; ze lopen nu als dikke strengen kris kras over de steen. Hier dicteerde het materiaal de vorm en de onderliggende patronen. In een tegenoverliggend blok lijkt het alsof Penone organismen heeft laten ontstaan. Zien we hier het hart en de longen van een levend stuk steen uit de bergen? Op weer een ander blok vertoont de verfijnde in het marmer aangebrachte structuur overeenkomsten met bladnerven. Iedere beitelslag – Penone moet heel wat verschillende beitels hebben gebruikt – bracht weer een ander detail naar voren. Vlak voor een fraaie vijver (Le Bassin de Latone) ligt op dit niveau nog een rechthoekige marmeren plaat waarop Penone halverwege een marmeren rol legde. Op die rol beitelde hij elke marmernerf tot in detail uit. Op de marmerplaat zie je vanaf het begin tot aan de rol precies dezelfde marmernerven. De andere helft van de plaat is maagdelijk glad; zo wekt Penone de suggestie dat de rol zijn afdruk op de plaat heeft achtergelaten. Sigillo is de titel van dit subtiele werk.

Door de bliksem gespleten
Nog verder naar beneden ontvouwt zich een langgerekt gazon, (Le Tapis Vert) met links en rechts geometrisch ingedeelde bossages. Hoog boven de bestaande beplanting tornen drie bomen van Penone uit, die verspreid over het langgerekte gazon goed vanuit de verte zichtbaar zijn. Door hun plaatsing versterken ze de ruimtelijkheid van de enorme tuin; hier trad Penone duidelijk op als landschapsarchitect. Vooraan een blikvanger: een door de bliksem gespleten boom die acht meter de lucht in rijst. Halverwege het gazon een gevallen boom met twee rivierkeien. En helemaal achterin - met groot gevoel voor dramatiek - een boom die op z’n kruin staat. Penone: “Binnenin de door de bliksem getroffen boom (Albero folgorato) heb ik de opengespleten delen met bladgoud bedekt: een verwijzing naar de goddelijke status van de Zonnekoning Lodewijk XIV, de opdrachtgever van deze tuin.”
De tweede boom op het gazon blijkt zo’n negen meter hoog. In de kruin balanceert een grote rivierkei. Eén van de zijtakken ligt op de grond, geknakt door een zware steen die er bovenop ligt. Een melancholisch gebaar, zo’n geknakte tak die toch wil doorgroeien en tegelijkertijd bevreemdend om in dezelfde boom - zwevend in de lucht - een kei aan te treffen. Penone legt uit: “Mijn interesse gaat sinds het einde van de jaren zestig naar de relatie tussen bomen en stenen. Een boom kan zich niet met stenen voeden, maar legt zijn wortelstelsel er omheen. Sommige bomen zijn echter tijdens hun groei in staat zware stenen een stuk uit de grond te tillen. In mijn laatste werken, waarin grote rivierkeien een dialoog aangaan met de in brons gegoten bomen, benadruk ik deze opwaartse krachten. De stenen zijn in de kruin van de boom gelegd of tussen de takken.”
Het derde en laatste exemplaar dat Penone op Le Tapis Vert plaatste, een op zijn kruin staande boom, staat voorde grootste vijver van het park Le Bassin du char d’Apollon. Hoog bovenin de lucht zweeft een brede bronzen wortelstronk, gevuld met aarde: daar groeit nu een frêle boompje in. Vanaf een afstand zie je de tere groene blaadjes. De toepasselijke titel van dit werk, Le foglie delle radici (de bladeren van de wortelstronk), maakt dat je het werk van Penone in één oogopslag begrijpt, ook als je nog nooit iets van hem gezien hebt.

Mystieke enclave
In een van de zijcompartimenten langs La Grande Axe heeft Le Nôtre een bostuin gecreëerd rondom een stervormig open veld. Hij noemde het Le Bosquet de l’Etoile. In die besloten tuin plaatste Penone zeven bronzen afgietsels van bomen in een halve cirkel bij elkaar. Hun in de lucht gerichte takken lijken te buigen onder het gewicht van zware rivierkeien, soms wel vijf stuks in één en dezelfde boom. De zeven boomsculpturen hebben ieder hun eigen origine en opbouw. Bij elkaar, zo geïsoleerd op een grasveld en omsloten door groen, leveren ze een mystiek en vervreemdend schouwspel op. En dat gaat eigenlijk op voor alle beelden die Penone in deze beroemde tuinen plaatste. Ze vormen een levendige toevoeging aan de schepping van Le Nôtre en bezorgen bezoekers een unieke ervaring; de krachten die in de natuur een rol spelen, heeft Penone op een sublieme manier verbeeld en weten uit te vergroten. Het is te hopen dat er een paar bomen blijven staan.

Giuseppe Penone á Versailles
11 juni -31 oktober 2013

Copyright 2013 © Etienne Boileau



Giuseppe Penone, Albero folgorato, foto GJ Hoogland