Cross-overs in de kunst: Geert Mul


Kunstenaars die de gebaande paden verlaten en het avontuur aangaan, ontwikkelen vaak spannende cross-overs. Door zich op een totaal ander medium te richten dan waartoe ze zijn opgeleid of een bijzondere mix aan media toe te passen, krijgt hun werk een nieuwe dimensie. Mediakunstenaar Geert Mul kan met recht een pionier genoemd worden. Zijn overwegend filmische installaties, waarin de bezoeker vaak een actieve rol speelt, bouwt hij op uit bestaande digitale beelden. Daarbij maakt hij gebruik van geavanceerde elektronica en de nieuwste computertechnologie. Aan zijn brede oeuvre wordt dit najaar een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum Schiedam gewijd met dertig van zijn belangrijkste werken.

Door Etienne Boileau

Het oeuvre van Geert Mul (Alphen a/d Rijn 1965) is poëtisch en gevarieerd: hij fotografeert en maakt video’s, ontwerpt interactieve elektronische kunstwerken op basis van door hemzelf bedachte software, is gastdocent op diverse kunstacademies, geeft lezingen, en treedt regelmatig op tijdens festivals. Zijn werkt hangt in belangrijke Nederlandse musea en is onderdeel van interessante bedrijfscollecties. Zo installeerde hij vorig jaar de installatie Natureally in het ziekenhuis MST in Enschede. Mul fotografeerde een vijfhonderd jaar oude boom in twee seizoenen (een met en een zonder blad). Door de wisseling van het licht erachter (backlight) lijkt het alsof het seizoen omslaat. Ik spreek Geert Mul in zijn Rotterdamse atelier, overal om ons heen computerschermen.

Waarom wilde je kunstenaar worden?
“Van kinds af aan was ik geïnteresseerd in beeld (tekenen) en muziek. Ik tekende, speelde gitaar en componeerde elektronische muziek. Compositie en beeld zijn altijd belangrijke exponenten in mijn werk gebleven.”

Na je middelbare school koos je niet voor het conservatorium, maar je ging naar de Hogeschool voor de kunsten Arnhem. Verstandige keuze?
“Ik koos indertijd heel bewust voor een multidisciplinaire richting, want ik wist dat ik niet vijf jaar lang met een kwast in mijn handen kon staan. In de praktijk waren er op de Academie echter nauwelijks docenten die andere disciplines dan schilderkunst vertegenwoordigden. Wel waren er gastdocenten die wel kennis hadden van de video- en performancekunst, nieuwe media en fotografie. Daaronder de kunstenaar Servaas uit Hoorn die kinetische werken en videokunst maakte en met de computer werkte.”

Is het door je opleiding dat jij bij het maken van videokunst wel degelijk op kleur en compositie let, kijkt met een schildersoog?
“Ja, dat doe ik zeker. In de media die ik gebruik staan inhoud, structuur, compositie en kleur in een continue dynamische relatie tot elkaar en tot de toeschouwer. Die media zijn niet zozeer autonoom, maar eerder genetwerkt. Juist die (interactieve) relatie geeft het werk betekenis.”

Wat ben je na je opleiding gaan doen?
“Ik wilde verder met video en beeld maar had ondertussen ook de computer leren kennen, daar kon je in relatie tot beeld nog niet zo heel veel mee. Maar als instrument om te ordenen en te programmeren was ie wel geschikt. Ik wilde geen keuze maken maar ben beide media naast elkaar blijven gebruiken. Uiteindelijk heeft de technologie zelf het probleem opgelost en nu kan ik zowel het programmeren als het videobeeld samen in een geïntegreerd systeem gebruiken.”

Moet je als kunstenaar extra alert zijn op wat anderen maken, omdat nu iedereen wel een video in elkaar kan zetten?
Waar je je bewust van moet zijn, is dat die computers en die software op zichzelf al ontwerpproducten zijn. Je wordt in het sjabloon van de hardware- en software maker gestopt, want die hebben een bepaalde markt voor ogen en dat ben jij niet als kunstenaar. Dat is dus de reden dat ik mijn eigen software ontwerp.”

Hoe definieer ik wat jij maakt: elektronische kunst of videokunst?
“Ik definieer het zelf als mediakunst. ‘The medium is the message’, volgens filosoof Marshall McLuhan. Naarmate geavanceerde media zich technologisch verder ontwikkelen wordt de scheiding tussen inhoud van de boodschap en drager steeds onmogelijker. Het verschil tussen drager en inhoud lost op in die media.”

Kun je zeggen dat jouw kunst conceptueel van aard is?
“Ja, de term mediakunst verwijst daar eigenlijk al naar. De diversiteit in mijn werk is heel groot; of het nu een interventie in de ruimte van het Boijmans betreft of het ontwerp van een kunstwerk voor het atrium in het gebouw van Deloitte, ik gebruik telkens een ander medium. Door telkens weer een nieuw concept te bedenken waarmee je reageert op een bepaalde ruimte, ontstaat context.”

Tijdens de Fotobiënnale Rotterdam in 2003 zag ik de Library of Babel, een interactief werk?
“Het werk bestaat uit een aantal vloerprojecties: in totaal negen vlakken op een vloer met sensoren. Door eroverheen te lopen kun je als bezoeker het erop geprojecteerde beeld veranderen. Er ligt een database van 100.000 willekeurige beelden van het internet uit 2002 aan ten grondslag. De beelden zijn geïndexeerd op beeldeigenschappen zoals kleur en structuur; ze behoren visueel tot een bepaalde groep, zijn coherent. Daarmee worden in realtime patronen gegenereerd door een computer. Het is eigenlijk een omkering van het ontwerpproces.”

 
GEERT MUL - MATCH MAKER, Stedelijk Museum Schiedam
6 november 2016 t/m 12 februari 2017
www.stedelijkmuseumschiedam.nl

Voor de integrale tekst van het interview kijk op:
www.beeldenmagazine.nl/cross-overs-in-de-kunst-geert-mul

Copyright 2016 © Etienne Boileau

 



Geert Mul, Lenticular Cloud, 2015, commissioned by Deloitte