Verzamelaars aan het woord

Jeldrik en Loek Oorthuys-Slierendrecht 

 Zo origineel als de verzameling van Jeldrik en Loek Oorthuys-Slierendrechtzijn er maar weinig. Honderden kleine objecten, sculpturen, sieraden en werken op papier vullen de ruimte van hun appartement. Het oog blijft maar ronddwalen om deze bonte verzameling kunstvoorwerpen in zich op te nemen. En steeds weer zie je iets nieuws aan de wand of op de grond, op kasten en in vitrines. Een leven zonder kunst lijkt ondenkbaar voor deze sympathieke mannen.

 
Door Etienne Boileau
 
Sinds een jaar of dertien bewonen Jeldrik en Loek een ruim appartement op de derde en vierde verdieping van een herenhuis in Amsterdam-West. Vanuit de zithoek, waar het interview plaatsvindt, zie ik een porseleinen object aan de wand hangen. Het is van Gilbert van Drunen en bestaat uit meanderende vormen waarop allerlei teksten staan. Iets verderop hangt Michael Jacklin’s fraaie ruimtelijk object van gebogen ijzer: een paar in elkaar gedraaide vierkanten die naar sterk naar voren hellen.

Minimalisme
Jeldrik breekt het ijs: “In ’79 ben ik voor het eerst met moderne kunst in aanraking gekomen door Ton Berends, de toenmalige eigenaar van Galerie Nouvelles Images in Den Haag. Ton had een heel brede kijk op kunst; hij bracht textiel, sieraden, schilderijen én beelden. Ik woonde in die tijd in Den Haag, hielp hem in de galerie en kocht ook werk bij hem: mijn eerste kunstwerk was van Jeroen Henneman. Veertien jaar later leerde ik Loek kennen en ben ik met hem gaan samenwonen in Amsterdam. Loek had helemaal niets met kunst, maar die heb ik aardig besmet. Op een van de  tentoonstellingen waar we naartoe gingen, kocht Loek zomaar ineens een beeld van Theo ten Have, een zwaar en kleurrijk object van glas en ijzer. En dat terwijl ik de eerste vijftien jaar heel minimaal en abstract geweest was in mijn kunstaankopen. Kijk hier maar om me heen, naar deze twee beelden van Cor van Dijk en Carel Visser. Cy Twombly, waar ik al heel vroeg een collage van kocht, was daarop de enige uitzondering. Later kwam er meer beweging in mijn aankopen, zoals in dit kleine werkje van Auke de Vries.”
 
Sieraden als beelden
Jeldrik: “Onze collectie beslaat zo’n achthonderd kunstvoorwerpen. Daaronder veel objecten die als sieraad gedragen kunnen worden. Dit sieraad dat ik in mijn oor draag is van Marijke De Goeij. Ze is beeldhouwster en voor mij is dit daarom ook meer een beeld dan en sieraad. Een ander voorbeeld: boven op mijn slaapkamer hangt een halssieraad van Merijn Bolink aan de wand. Het is gemaakt van rubber en prachtig bewerkt met vissen. Loek: “Je gaat je bij dergelijke grensgevallen wel even afvragen wat een beeld precies is. Bij dit houten beeld van Eduard Wind, dat helemaal uit één stuk gemaakt is, is geen twijfel mogelijk. Jeldrik had dit beeld bij Nouvelles Images gekocht op het moment dat we besloten te gaan samenwonen in Amsterdam. Ik reageerde in de trant van: ‘en nu maar hopen dat ik het ook mooi vind’. De volgende dag ben ik gaan kijken en herkende het meteen. De titel was: Van Den Haag naar Amsterdam, en ik vond het prachtig.”


OCW-regeling
Dan staan we op en lopen door het huis. Aan de wand boven een ebbenhouten buffet ontdek ik een mooi werkje van Erzsi Pennings en een ijzeren raster van Carel Visser. Bovenop prijkt een bonte verzameling kunstvoorwerpen: eerst een houten beeldje van Eduard Wind, daarnaast een object van de Indonesische kunstenaar Ine Ambar, een minimalistisch beeld van Cor van Dijk, en een rood keramisch object van Barbara Nanning. Vervolgens ook hier een plastiek van Carel Visser dat uit twee vierkanten bestaat. Daar tussendoor een bonte verzameling van tientallen kunstvoorwerpen,waaronder een aluminium envelopje van Vera Galis en een gehaakte flamingo ring van Felieke van der Leest. Als blikvanger staat op de hoek van het buffet een soort hoge trechter van messing en tin die steunt op een rechthoekige vorm van hetzelfde materiaal. Het object is van de Britse vormgever Michael Rowe. Terwijl we naar boven lopen vertelt Jeldrik opgewonden verder: “Hier een loden objectje van Gabriel Barlag, dat me doet denken aan een geschutspoort. En daar in het trappenhuis een groot rechthoekig object dat helemaal van kippengaas is, gemaakt door de Amsterdamse kunstenaar Lace. Denk nu niet dat wij over enorme inkomens beschikken om kunst te kopen. Bijna alles wat we kopen loopt via de OCW-regeling. Gelukkig bestaat die nog want we hebben er altijd wel een paar lopen, soms wel elf tegelijk: je ziet we hebben er veel voor over.”
 
 
Fotobijschrift: op de hoek een object van Michael Rowe, gemaakt van messing en tin   
 
Copyright (c) 2011 Etienne Boileau



Buffet met diverse beelden, op de hoek een object van Michael Rowe, foto GJ Hoogland