Stedelijk Museum volgt actualiteit tijdens 'Beyond Imagination'
 

Voor de openingstentoonstelling ‘Beyond Imagination’ werden twintig kunstenaars geselecteerd. Dat leverde een breed aanbod van actuele kunst op met opvallend veel video-installaties. Begin volgend jaar wordt bekend gemaakt welke werken worden aangekocht voor de eigen collectie van het museum.

Door Etienne Boileau

Beyond Imagination
vond plaats in de nieuwbouw van het Stedelijk Museum Amsterdam. Die nieuwbouw – in de volksmond al snel ‘de badkuip’ genoemd – biedt in architectonisch opzicht geen enkele aansluiting met het oorspronkelijke negentiende eeuwse museumgebouw. Benthem-Crouwel heeft er een hypermodern gebouw van kunststof naast geplaatst als ‘eyecatcher. Maar sta je eenmaal binnen, dan is die aansluiting er wel degelijk. En nog een voordeel: de nieuwe glazen voorpui biedt een verpletterend uitzicht op het Museumplein. Tijdens Beyond Imagination was er vooral veel film en video te zien, met een enkele fraaie uitschieter. De ruimtelijke installaties die bij elkaar gebracht waren boeiden zeker, al was hun gehalte soms wat al te conceptueel: zonder explicatiegids of catalogus kom je dan niet ver.

Jongerencultuur
De echte publiekstrekker in de nieuwbouw wordt vrijwel zeker de langgerekte, overkapte roltrap die vanuit het souterrain rechtstreeks naar de tweede verdieping leidt. Tijdens Beyond Imagination klonken vanuit die overkapping stemmen de stemmen van de jongeren van Blikopener, die in het Engels vragen stelden. Die blikopeners worden door het Stedelijk geconsulteerd om erachter te komen wat hen als jongeren bezighoudt. In het souterrain van het museum hebben ze zelfs een eigen ruimte gekregen. Daar was ook de video Tagged van Julika Rudelius te zien: Gelijktijdig werden op drie beeldschermen verschillende interviews met Marokkaans jongens getoond. Terwijl de knullen zich voor de camera omkleden, pochen ze over hun dure designkleding: “Mensen kijken naar je op als jij draagt wat zij niet kunnen betalen, je krijgt respect (……….). Met gewone schoenen ben je een zero; Prada is okay.” Tagged paste prima bij het thema van de openingsexpositie, simpelweg samengevat als ‘vervaging van grenzen en alles wat de verbeelding overstijgt’. De video, die al in 2004 werd aangekocht, behoorde officieel niet tot Beyond Imagination, maar is wel een fraai voorbeeld van vervagende grenzen;  een spel met de grenzen tussen realiteit en fictie. Wie van de jongeren durft zichzelf te blijven en wie van hen speelt een rol? Andere thema’s die de curatoren Martijn van Nieuwenhuyzen en Kathrin Jentjens benoemden waren de vervlechting van werkelijkheidsniveaus in de digitale en mediacultuur, en de crossovers in disciplines en media die kunstenaars tegenwoordig vaak hanteren. Denk aan een performance binnen een op locatie gebouwde installatie, of aan workshops en muzikale composities ten behoeve één enkele uitvoering. Mooi voorbeeld van dat laatste was de hymne Open, gecomponeerd en geschreven doorde Britse kunstenaar Rory Pilgrim. Het Nationaal Jeugdkoor bracht het muziekstuk onder zijn leiding tijdens de openingsceremonie ten gehore. De tekst had Pilgrim gebaseerd op de input die de jongeren van Blikopener hem tijdens voorafgaande workshops in het Stedelijk gaven. De tekst van de hymne bleek uitermate positief en opbouwend. Eigenlijk een meevaller, gelet op de vele ‘Fuck you’s’ die tijdens de voorbereidingen uit de mond van de blikopeners waren opgetekend.

Installaties
Een van de zonderlingste installaties was Park Life van de uit Zuid Afrika afkomstige James Beckett. Een kunstenaar met een sterke fascinatie voor industriële artefacten. Voor Beyond Imagination zaagde hij diverse metalen afvalbakken uit de auto-industrie doormidden en stapelde die in vier rommelige hopen op elkaar. Ervoor plaatste hij drie standaards zoals ze worden gebruikt voor explicatieborden in een Arboretum. Op die standaards had hij ingelijste (kranten)artikelen geplaatst, waarin de natuur en de dood een rol speelden. Vreemde teksten, onder andere over een seriemoordenaar die zijn vrouwelijke slachtoffers in een boom had verborgen. Mij ontging het verband tussen de artikelen en de gestapelde bakjes, maar volgens Beckett moest je zo helemaal niet naar dit werk kijken. Het diende als een soort parallel reading in dezelfde ruimte gezien te worden. Een concept dat tot nadenken stemde, maar in z’n minimale uitwerking toch wat tegenviel. Het deed denken aan de minimale toevoegingen in de installaties van Matias Falbakken, die nu nog in het Boijmans te zien zijn.

Performances
De performances tijdens Beyond Imagination vonden meestal onaangekondigd plaats. Je moest geluk hebben om zo’n performance bij te kunnen wonen. Dat lukte tijdens de opening in de punt van de badkuip. Daar had de Duits-Japanse Suchan Kinoshita een houten stelling gebouwd die ze ‘toneel’ noemde. Een diagonale installatie die aan één kant op de tribune in die ruimte rustte. Het bouwsel was niet alleen een reactie op de ruimte maar verwees ook naar de diagonale entree van het toneel in het No-theater, de klassieke vorm van Japans theater. Bovenaan de tribune was een soort kantoortje ingericht waar merkwaardige attributen stonden: een bord Verboden in te rijden, een pollepel, een klok met frituurvet, het jasje van een beveiliger, en een houten sculptuur in de vorm van een soort armleuning. Het laatste object was van binnen gestoffeerd door Kinoshita zelf. Na een minuut of tien beklom een jonge danser langzaam het toneel, waar hij een performance uitvoerde met het gestoffeerde object. In vloeiende, geïmproviseerde bewegingen verplaatste hij zich al rollend en strekkend van de ene kant naar de andere kant van het bouwsel. Het object hield hij als een kostbaar kleinood in zijn handen. Uiteindelijk zette hij het neer aan het uiteinde van het toneel. Daarna liep hij in trage bewegingen terug naar de andere kant en pakte het volgende object, dat hij ook weer naar het andere einde bracht. Kinoshita vertelde me dat ze de performance de titel Bringing home the object had gegeven.

Lawaaierige ruimtereis
Beyond Imagination bracht je evenzeer in sferen die onze verbeelding overstijgen. De overweldigende video-installatie Untitled 2011 van Christian Friedrich in het nieuwe Auditorium bleek een absolute voltreffer. Geen sociaal geëngageerde of historiserende teksten, maar hallucinerende beelden. Op een groot scherm werd een fabelachtige ruimtereis van dertig minuten geprojecteerd, gefilmd vanuit het internationale ruimtestation ISS. Beelden van een langzaam bewegend ruimtevaartuig met op de achtergrond onze planeet, gemengd met Friedrich’s eigen opnames van een door de branding springende jongen. De ene keer in diapositief, dan weer in dianegatief. In korte schokkerige shots sloegen de golven over hem heen en trokken zich weer terug.
De meeste beelden waren in korte sequenties gemonteerd, alsof het om foto’s gaat die achter elkaar getoond worden. Van de film was ook een negatief gemaakt; delen daarvan werden later door de oorspronkelijke scènes gemengd. Het lawaaierige elektronische geluid onder de film, knipte Friedrich in honderden kleine stukjes. Veel beelden en geluidsfragmenten werden diverse keren herhaald. Ter afwisseling waren er steeds weer dezelfde rustgevende beelden van een langzaam door het heelal glijdend ruimtestation: momenten van stilte en contemplatie. En af en toe schoot het projectiescherm op mist, alsof het contact met de aarde was verbroken. De laatste drie minuten van de film waren het indrukwekkendst: Het scherm ging definitief op zwart en een vrouwelijke stotteraar probeerde steeds weer dezelfde zin te formuleren: ‘The artist would like to thank the German Aerospace Center for granting use of images’. Het lukte haar niet die zin zonder stotteren in een keer uit te spreken, en als ze stotterde klonk het in het Auditorium alsof er een mitrailleur werd afgevuurd.

Toekomstbeeld
Naast een 16 mm film van Rossella Biscotti waarin vooral de suggestieve kracht van de kleur geel opviel, was er een fraai gefilmde geluidsloze video-installatie over tweelingen van Fiona Tan met de titel Diptych. Op een eiland voor de kust van Zweden volgde ze vijftien eeneiige tweelingen die langzaam ouder werden; steeds vanuit hetzelfde standpunt gefilmd. De video Hunting in Heaven van het kunstenaarsduo Eric Bell en Kristoffer Frick was gebaseerd op het kookboek van Marinetti uit de jaren dertig. Voor de camera bereiden beide kunstenaars diverse futuristische gerechten, die volgens Marinetti geschikt zijn voor mensen die leven in een door technologie gedreven samenleving (pasta is daarbij taboe, want dat veroorzaakt luiheid). Het kunstenaarsduo maakt daarbij veelvuldig gebruik van de beeldtaal uit foodcommercials, maar echt smakelijk zien hun gerechten er niet uit. Na het bekijken van de film rees bij mij de vraag wat er gebeurt wanneer de utopieën van Marinetti werkelijkheid worden. Stel dat de bereiding van ons voedsel in de toekomst voor het overgrote deel bepaald wordt door technologische hoogstandjes. Zijn we dan nog in staat ons voedsel te herkennen en de smaak ervan te benoemen?


Beyond Imagination
Stedelijk Museum Amsterdam,
23 september t/m 11 november2012
www.stedelijk.nl

Copyright 2012 © Etienne Boileau