Kunst en Politiek

Naar aanleiding van het verschijnen van Jonas Staal’s publicatie, Macht?…Aan welk volk? vond in TENT een panelgesprek plaats tussen de schrijver van het boek, de kunstenaar Hans van Houwelingen, en politica Salima Belhaj.

Door Etienne Boileau

In een korte inleiding zette Staal zijn zienswijze nog eens uiteen: Het gaat hem vooral om de belofte van politieke kunst, ‘Jeder Mensch ist ein Künstler, jeder Mensch ist ein Politiker’, waarmee hij Beuys citeerde. Staal wil als kunstenaar alleen op zijn eigen voorwaarden aan deze wereld participeren; de overheid moet zich verre van zijn kunst houden.
Hij verwerpt daarbij ook het beginsel democratie waarin de meerheid altijd de macht heeft. Voor hem kan democratie beter omschreven worden als ‘democratisme’, naar analogie van voorgaande totalitaire bewegingen.

Marginale rol voor kunst
Kunstenaar Hans van Houwelingen heeft niet zo’n vrees voor overheidsbemoeienis. Hij ventileerde een aantal nuchtere opvattingen en propageerde een infiltrerende manier van optreden: ‘ja’ zeggen tegen de eisen van overheden als het gaat om de totstandkoming van een kunstwerk in de openbare ruimte, en dan geleidelijk aan je invloed op het ontwerp en de uitvoering ervan vergroten. Van Houwelingen speelt het spel dus mee. Volgens hem is politieke kunst weliswaar trendy, maar tegelijkertijd moet je er mee oppassen, want politiek gezien is dit soort kunst vaak vleugellam. Marinus Boezem zei het al: ‘ Er is geen enkele belangstelling voor politieke kunst als die Salonfähig is.’ Van Houwelingen acht politieke kunst op z’n best in een politieke rol. Volgens hem zijn economie en politiek de grote actoren in onze samenleving. Kunst speelt slechts een marginale rol.

Torbeckiaanse opvattingen
Politica Salima Belhaj (D66) toonde zich bijdehand en rap van tong. Graag ging ze met een T-shirt met daarop het logo van het ‘Jonisme’ de raadszaal van de gemeente Rotterdam in. En ze vertelde zich meer zorgen te maken over de teloorgang van de kunst dan over de teloorgang van de politiek. Teveel kunstenaars hebben volgens Belhaj hun oren de afgelopen jaren laten hangen naar de (subsidie)eisen van de overheid. Volgens Belhaj moet een kunstenaar zijn autonomie blijven bevechten en zich onafhankelijker opstellen. Zij is dan ook fel gekant tegen inmenging in de kunsten van buitenaf en toont zich daarmee een aanhanger van Thorbecke. Wel vroeg ze Staal hoe die (autonome) wereld van hem er dan uit moet gaat zien. Daarop kwam Staal niet met concrete antwoorden maar citeerde slechts enkele breedsprakige theorieën uit zijn boek. Belhaj vroeg zich af welke consequenties hij uit zijn stellingnames trekt en of hij niet gewoon beter de politiek in kan gaan. En dat werd meteen ook de onbeantwoorde hamvraag: Is zijn werk politiek of gaat het alleen maar over politiek?

Politiek en vrijheid
In zijn nogal omslachtig geformuleerde antwoord verwees Staal als een volleerde marketeer nogmaals op zijn meest recente publicatie: “ Dit boek is het resultaat van een soort willekeurigheid. Het boek doet een poging om het politieke opnieuw uit te vinden. Ik stel me hierbij steeds de vraag: Wie ben ik? En bedenk me vervolgens dat ik als kunstenaar in deze wereld alleen maar wil participeren op mijn voorwaarden.” Daarbij tekende Staal wel aan dat vrijheid, absolute vrijheid ondraaglijk is. Overal liggen beperkingen op de loer. Staal meent dat in onze tijd de angst voor de vrijheid bovendien veel groter is dan ooit, en verwees weer naar enkele bijdragen in het boek.
Van Houwelingen reageerde met te stellen dat het verstandig is in onze tijd Thorbecke los te laten en enigszins praktisch te wezen. Geef gewoon toe dat er een belangrijke invloed van de politiek op de kunsten uit gaat. Die invloed merk je bij het toekennen van subsidies, het verstrekken van opdrachten en de voorwaarden die daarbij gesteld worden. Van Houwelingen sloot af met te zeggen dat hij gelooft in de correctheid van de politiek en de voorwaarden die daardoor gesteld worden. Kunstenaars gaf hij het advies daarin mee te gaan.

Conclusie
Het Rotterdamse panelgesprek mondde geleidelijk aan uit in een interessant debat dat van mij nog wel even door had mogen gaan. Oplossingen of richtingen waarin gedacht zou kunnen worden werden er echter weinig gegeven. Het was daarom jammer dat er in dit Rotterdamse panel niemand van Leefbaar Rotterdam zat. Een partij die de kunstsubsidies voor een groot deel wil afschaffen, net zoals Wilders’ PVV dat wil. Hem of haar hadden we dan kunnen vragen hoe de toekomst van de kunsten er in de ogen van Leefbaar uit gaat zien. Je daarop als kunstenaar voorbereiden lijkt me zinvoller dan het theoretisch kader volgen dat Jonas Staal nu biedt.

Copyright 2010 © Etienne Boileau