Door Etienne Boileau

Eind jaren tachtig betrok het toenmalige AZU aan de rand van de stad een nieuw gebouw, waarvoor architecten en kunstenaars op zoek gingen naar de menselijke maat. Die samenwerking leverde achtentwintig in de architectuur geïntegreerde kunstprojecten op; de drie zwevende installaties die Herman Kuijer voor de lichtstraten van elk van de drie hoofdpassages ontwierp, zijn daar een fraai voorbeeld van. Ze bestaan uit reeksen fris gekleurde akoestische panelen die in een ritmisch patroon achter elkaar hangen, hoog bovenin de glazen overkappingen. Een andere kunstenaar - Woody van Amen - maakte voor elke van de vijf verdiepingen wanddecoraties uit geometrische patronen van glastegels, die hij afwisselde met schilderingen uit de natuur. En op de Piazza in het nieuwe gebouw kwam een fraaie boog van Eugène Terwindt te staan. Naast deze en andere geïntegreerde kunstwerken, betaald met de 1% regeling, werd er voor de nieuwbouw ook een omvangrijke collectie grafiek aangelegd.

Do’s and don’ts
Jona van Zetten - Hoofd Kunstzaken van het UMC Utrecht - geeft ons een rondleiding door het gebouwencomplex en vertelt hoe de collectie verder gestalte kreeg: “Midden jaren negentig kwam het accent meer te liggen op eigentijdse schilderkunst, 3d objecten en opdrachten. Voorbeeld van zo’n opdracht is de plaatsing door Claudy Jongstra van tientallen vilten panelen tussen keramische tegelwanden in de hoge wachtruimte op de afdeling Radiotherapie. Die panelen geven een dempend akoestisch effect en maken de wachtruimte rustgevend; oncologiepatiënten wachten daar op hun bestraling. Een ander voorbeeld is de opdracht voor een installatie in een badkamer voor zwaar zieke patiënten, die daar een ontspannend bad kunnen nemen. Voor de wanden van die badkamer ontwierp Gerard Polhuis een fraai reliëf met lichtinstallatie, dat hij de Engelse Tuin noemde. Daarin weeft hij ruimte, licht en een soort droomvoorstelling op bijzondere wijze ineen.”
Zijn er ook thema’s die in de UMC collectie niet zo snel aan bod komen omdat ze te gevoelig liggen?
“Heel bewust zijn we voorzichtig met thema’s als dood, ziekte, geweld, seksualiteit, herkenbare politiek en religie. Uitzondering daarop is een glazen object van Maria Roosen dat bestaat uit meerdere tegenover elkaar geplaatste vrouwenborsten, waarmee zij de cyclus van het leven verbeeldt. Zo’n beeld moet je niet op de afdeling oncologie zetten, maar kan wel in één van onze vitrines in de hoofdstraten van het UMC. Daar staat het tussen andere objecten van Nicolas Dings, Sjoerd Buisman, Henk Visch, Heringa/Van Kalsbeek, Barbara Nanning en Bert Frijns. Je kijkt natuurlijk ook naar de plekken die beschikbaar zijn. Vlakbij de coffeecorner in een van de hoofdstraten hebben we een manshoge koffiepot van Klaas Gubbels gezet, zodat je meteen weet waar koffie en lunch te krijgen zijn. Het beeld van Gubbels heeft daardoor de functie van oriëntatiepunt.”

Gerecyclede beeldengroep
De uit 2005 stammende catalogus, die eerder ook in Beelden 2 # 2005 werd besproken, geeft een goed beeld van de kunstcollectie van het UMC Utrecht met meer dan tweeduizend kunstwerken van voornamelijk Nederlandse kunstenaars. Een klein percentage daarvan blijkt bij navraag driedimensionaal.
Hoe ga je te werk bij aankopen?
“Bij aankoop van een kunstwerk wordt onder andere gekeken of het werk past binnen de sfeer en functie van een van de gebouwen die tot het UMC behoren. Het UMC Utrecht omvat het AZU (Academisch Ziekenhuis Utrecht), waar het merendeel van de collectie staat en hangt; de Medische Faculteit, waar veel eigentijdse fotografie en een fraaie replica van een Venetiaanse kroonluchter te vinden zijn; en het Wilhelmina Kinderziekenhuis, waar diverse tekeningen en schilderijen hangen die kinderen aanspreken. Zo draait in de hal van het WKZ de wonderlijke film Le retour du Chapeau van Marijke van Warmerdam.”
Welk kunstwerk in de collectie spreekt het meest tot de verbeelding?
“De meeste bezoekers en patiënten geven de voorkeur aan het langgerekte olieverfschilderij van Gé-Karel van der Sterren met daarop een brede boom met hangende takken. Maar buiten voor de ingang van het WKZ prijkt misschien wel het leukste beeld uit de UMC collectie: een stapeling van dieren, uitgevoerd in aluminium van de hand van Guido Geelen. Oorspronkelijk bestond het titelloze werk uit twee losse beelden van een koe en een varken vol gaten, die langs een elektrische rail voortbewogen. Al snel kreeg het werk de bijnaam Koe en Varken. Toen de binnenplaats - waar deze beelden stonden- bebouwd moest worden, is gekozen voor een prominente plek bij de ingang van het WKZ. Geelen recyclede de twee bestaande beelden en zette er nog twee nieuwe bovenop: een schaap en een haan. Geen wonder dat kinderen maar ook volwassenen het beeld associëren met het sprookje van de Bremer Stadsmuzikanten: helender kan eigenlijk niet. ”

http://www.umcutrecht.nl/subsite/kunst


Copyright 2014 © Etienne Boileau


Gerad Polhuis, De Engelse tuin, collectie UMC