Door Etienne Boileau

Een modernistische splitlevelwoning aan de rand van Sittard vormt de thuisbasis van Albert Groot en zijn echtgenote. Tijdens ons gesprek vertelt Groot - in zijn werkzame leven psychiater - honderduit over de oprichting van het Collectors House in Heerlen, zijn grote belangstelling voor filosofie en zijn drijfveren om te verzamelen.

Jonge kunst
“We verzamelen vooral werk van jonge kunstenaars die als een soort blij kind de wereld inkijken. Ze maken hun eigen verhaal en vertellen - wanneer ik een werk aankoop - tegelijkertijd ook mijn verhaal. Meestal bezoek ik ze op hun atelier en maak dan kennis met ze en de wereld waarin ze leven. Alleen soms ben ik te laat. Dan is het werk te duur voor me geworden of is het er gewoon niet meer. Twee jaar terug heb ik op Art Rotterdam een collectie geluidstapes van Job Koelewijn kunnen kopen, waarop hij de volledige tekst heeft ingesproken van toonaangevende titels uit de filosofie en wereldliteratuur. Aurélien Froment is ook zo iemand die ik volg. Onlangs nog heb ik een deel van een filmproductie gefinancierd die hij nu tijdens de Biënnale van Venetië laat zien. In ruil daarvoor kreeg ik een exemplaar van de film. Van Navid Nuur heb ik slechts één werk, een spiegeltje waarvan alleen de gespiegelde rand blijft staan. Prachtig hoe hij daarin het fenomeen energie en levenskracht vorm geeft. Daar voor het raam staat een flinke kist waarop twee keramieke koppen van Guido Geelen liggen. Hij noemt ze Hermesschedels. Ik heb ze op de kist gelegd waar ze inzaten toen hij ermee binnenkwam. Verder hebben we in onze collectie werk van kunstenaars als Michael Raedecker, Raphael Zarka, Robert lambermont, Lydia Gifford,Ciprian Mureşan, Louis De Cordier, Hans Op de Beeck,en Ričardas Vaitiekūnas.”

Kwetsbaarheid en chaos
Vanachter een kop thee wijst Groot op een klein papieren werkje onder een plexiglazen stolp. “Karen Sargsyan heeft hier een mensfiguur uitgeknipt in het kwetsbare materiaal papier. Een ontroerend werkje door de houding en de blik in het gelaat, zonder sentimenteel te zijn. Naast de eettafel staat een mensfiguur van polyester, gemaakt door Antoine Berghs. De menselijke kwetsbaarheid geeft hij op een eerbied afdwingende manier weer. Verderop zie je een grote, wit geverfde kop van Johan Tahon. Voordat ik dat beeld kocht was ik bij hem op het atelier. Hij vertelde me toen dat hij nog maar half in deze wereld leefde. En eigenlijk klopt dat wel: we leven in een volstrekte chaos, waarvan je maar een klein stukje kunt bevatten. Grotendeels door toeval verlopen de dingen zoals ze verlopen. Roman Signer - van wie ik twee tekeningen heb - heeft twee jaar geleden een filmpje gemaakt waarin 57 kleine helikoptertjes tegelijkertijd in een kamer opstijgen. Die gaan natuurlijk botsen, dus na viereneenhalve minuut ligt het laatste helikoptertje uitgeblust op de grond. Mooier kun je de chaos waarin we leven niet verbeelden.”
We lopen naar de hal en Groot vertelt verder: “Hier onder de trap hangt een installatie van Jorge en Lucy Orta. Voor een eerdere editie van de Biënnale in Venetië hadden ze een waterproject opgezet; ze haalden water uit de grachten, zeefden dat en stopten dat dan in de flesjes die je hier ziet staan. Erboven in een kast plaatsten ze harten van Limoges porselein. Voor onze aankopen bezoeken we niet alleen Kassel en Venetië, maar ook veel buitenlandse beurzen en natuurlijk Art Rotterdam. Ik ga nooit naar de VS, dat vind ik allemaal te veel gedoe."

Keerzijde
Een grote rode tong van polyester in een van de boekenkasten. Groot grijnst en vraagt: “Van wie zou dat nou zijn?” Het werk blijkt van Joep van Lieshout, van wie hij ook een kop van een bewaker met politiepet heeft, die van Slave City afkomstig is. “In Slave city laat Van Lieshout zien hoe iedereen wordt gebruikt. Je denkt dat je op de enige juiste manier handelt, maar hoe netjes je het ook doet, je gebruikt elkaar toch. En vaak zit er aan je handelen ook een kant waardoor je een ander ernstig kunt benadelen. Van Lieshout zegt: ‘Denk eerst eens even goed na voor je iets gaat doen, heb je ook de andere kant bekeken?’”
In de vide boven de trap hangt een wilgentak van Merijn Bolink. Eén van de zijtakjes is door hem afgesneden, daarna tot een soort geometrisch figuur bewerkt en vervolgens weer aan de hoofdtak toegevoegd. Groot: “Alsof wij het wezen van de natuur eigenhandig kunnen bijstellen.” Even verderop hangt een foto waarop te zien is hoe de Cubaanse kunstenaar Wilfred Prieto z’n kamerplant uitlaat in een kruiwagen. Groot vertelt dat het beeld werd gebruikt als affiche voor de Frieze. Dan komt hij met een doos aanzetten waarin 32 vlaggetjes van allerlei verschillende landen liggen. Groot: “Ook van Prieto. De titel van dit werk is Het Diplomatenburo. De vlaggetjes dienen op deze houten standaards bevestigd te worden en zijn opgebouwd uit de kleuren wit, grijs en zwart. Tja, wat moet je anders in een land als Cuba, waar je geen kleur bekennen mag?” 

Copyright 2013 © Etienne Boileau


Guido Geelen, Hermesschedels, keramiek, collectie Albert Groot, foto Etienne Boileau