Het moment tussen vormwording en vormverlies

 

Ouborg Prijs 2011 voor André Kruysen

 
 
Afgelopen najaar is door de Gemeente Den Haag aan beeldhouwer André Kruysen de Ouborg Prijs toegekend vanwege zijn bijzondere manier van werken en de daarmee gepaard gaande constante, hoge kwaliteit. Bij die prijs hoort ook een tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag. Daarvoor bouwde Kruysen in een speciale zaal van het museum een overweldigende installatie die een nieuwe route voor het daglicht creëerde: een eigenschap die meer sculpturen van Kruysen hebben. 
 
Door Etienne Boileau
 
In zijn ontwerpen gaat het Kruysen vooral om het herscheppen van de fysieke ervaring in de aanwezige ruimte. Hij test die op z’n merites door er letterlijk in rond te lopen en in te bewegen. Zo tast hij voor elk ontwerp de grenzen van de ruimte af en onderzoekt hij de architecturale mogelijkheden, die hij vervolgens met liefde overschrijdt. Voor de tentoonstelling in het Gemeentemuseum nam Kruysen het middelste van de drie ramen in de Projectenzaal als uitgangspunt. Daaromheen bouwde hij met gebruikmaking van houtskeletbouw en geometrisch gevormde gipsplaten een wigvormige architecturale sculptuur waarin hij speelt met ruimte, licht en materiaal. In de vloeiende, architecturale vorm die uiteindelijk om het raam ontstond, wordt het daglicht opgevangen en naar boven gestuwd om uiteindelijk een blauwachtig schijnsel af te geven. Kruysen deed zijn kennis omtrent sturing van het licht eerder op bij Le Corbusier. In diens kerk te Ronchamp is het licht nergens direct waarneembaar, maar komt het via lichtschachten en pijpen - via een omweg - de kerk in.

Boomhutten
Uit de aan de prijs verbonden publicatie André Kruysen Ouborg Prijs 2011 blijkt dat Kruysen in de drukte en chaos om hem heen naar verstilling zoekt. Maar tegelijkertijd tref je in zijn werk ook een gebrek aan orde en structuur aan: sommige beelden doen denken aan hopen   afval langs de weg, weer andere hebben veel weg van een boomhut. Geen boomhut in traditionele zin, maar veel meer een leidraad voor de vorm van een sculptuur die in harmonie is met de natuurlijke omgeving. Zo plaatste hij tijdens de expositie KAAP in Fort Ruigenhoek bij Groenekan tussen de takken van een oude eik grote houten schotten die de beleving en de vorm van de boom totaal veranderden. En voor de beeldentuin van Museum de Fundatie ontwierp hij een sculptuur dat weliswaar wat weg had van een boomhut, maar erin schuilen was evenmin mogelijk: wind en regen bliezen er dwars doorheen. Kruysen benadert zo’n boom heel vrij en volgt diens natuurlijke vorm als een leidraad voor een sculptuur waarin hout de boventoon voert.
 
Grenzen van de ruimte
Al vroeg bemerkte Kruysen dat een vorm nooit in z’n geheel te ervaren is. Hij beschrijft dat mooi in zijn eigen inleiding vooraan in de catalogus Je bent altijd ergens niet.
 “Al zou je alle standpunten tegelijk kunnen innemen, je bent altijd ergens niet: daar waar de vorm in z’n totaliteit zichtbaar is. ”
Gaandeweg is dit idee, dat in zijn jeugd postvatte tijdens de beklimming van een hoge rots in zee, zijn hele werk gaan bepalen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat hij in al zijn installaties sindsdien bewust zodanige sculpturale vormen schept, dat je als kijker er nooit een totaalbeeld van kunt krijgen. En daarmee vertonen zijn sculpturale bouwsels een sterke verwantschap met het werk van de Canadees-Amerikaanse architect Frank Gehry. Ook diens ontwerpen zijn een optelling van schuine daken, nissen en hoeken, die onverwachte waarnemingsmogelijkheden bieden. Maar omdat Gehry’s ontwerpen ook een functie hebben, is hij niet helemaal vrij in zijn ontwerpen. André Kruysen daarentegen kan in zijn ontwerpen veel verder gaan. Zo was in de installatie die hij maakte tijdens de tentoonstelling Close enough in Warschau nauwelijks nog sprake van een architecturale vorm. Eerder leek het erop dat er een spontane samenvoeging van houten planken, gips, plexiglas en folie was ontstaan, zonder voorafgaande studie of oogmerk.

Ouborg Prijs
Nog wat feiten over de Ouborg Prijs: De prijs wordt om de twee jaar toegekend aan een Haagse kunstenaar met een oeuvre dat zowel lokaal als landelijk van belang is. Er is een geldsbedrag aan verbonden van  € 10.000,- . Naast een tentoonstelling wordt er ook een publicatie uitgegeven, die dit jaar door Stroom Den Haag werd gefinancierd. En het Haags Gemeentemuseum maakte nog eens € 10.000,- vrij om Kruysen in staat te stellen zijn installatie uit te voeren. Al met al buitengewoon gunstig voor Kruysen, want hij hoefde niet - zoals prijswinnaars voor hem - het beschikbare prijzengeld voor de tentoonstelling en publicatie aan te wenden.
 
 
André Kruysen
Ouborg Prijs 2011
Gemeentemuseum Den Haag
26 november 2011 t/m 18 maart 2012
Een publicatie met dezelfde titel verscheen bij Stroom Den Haag
ISBN 978-90-73799-00-4
 
Copyright 2012 © Etienne Boileau

 



Andre Kruysen, Uprising as passage, 2011