‘De mens is een verlangend wezen’

 
Beeldhouwer en tekenaar Thomas Junghans laat in galerie Van Voorst van Beest in Den Haag naast een aantal beeldhouwwerken enorme vellen met tekeningen zien, die bijna de hele galerie bedekken. Ze worden per strekkende meter verkocht: ‘Ik zet er gewoon de schaar in.’

 Tekst: Etienne Boileau

‘Zodra we ons verlangen loslaten leven we niet meer ’
 
 [Kader] Een enorme happening
Kunsthandelaar Pieter van Voorst en echtgenote Jolanda brengen in de maand april een installatie met drie indrukwekkende tableaus van Thomas Junghans. Eén daarvan is een getekende kruisafneming, waarvoor een jonge vrouw model stond in Junghans’ atelier. Van Voorst vindt het buitengewoon verfrissend om af en toe iets anders te tonen dan de impressionistische schilderkunst die ze meestal brengen. Het echtpaar wisselt die graag af met tentoonstellingen van hedendaagse kunstenaars; eerder brachten ze werk van onder andere Auke de Vries, Henk Visch en Arthur Spronken. De tentoonstelling van Junghans belooft een enorme happening te worden. Zijn installatie beslaat drie wanden van de galerie. Van plint tot aan het plafond zijn die bedekt met enorme beeldhouwerstekeningen, waarvan de grootste gebaseerd is op een kruisafneming. In het midden van de ruimte komen er een paar staande houten figuren van Thomas en op het bureau een paar bronzen koppen. Ook wordt er een video getoond waarin de kunstenaar aan het werk te zien is met het model. Tijdens de vernissage op 31 maart maakt Junghans het laatste deel van die tekeningen in de galerie in aanwezigheid van het naaktmodel. Pieter van Voorst: “Je stapt straks binnen in een schilderij van Thomas, waarvan je delen per strekkende meter kunt kopen. Op aanwijzing van mijn klanten zet ik er gewoon de schaar in.”
 
Thomas Junghans (Recklinghausen, 1956) blijkt een warme, innemende man die uitstekend Nederlands spreekt met een licht Duits accent. In het Limburgse achterland ligt achter een breed hek een flink terrein waarop een grote achttiende-eeuwse boerderij met schuren staat. Hier woont en werkt Junghans met zijn vrouw Siiri en hun twee dochters. Siiri is ook kunstenaar; ze schildert. We lopen over het terrein rondom de boerderij, waar een paar hoge sculpturen van Junghans staan opgesteld. Eén ervan is een rood granieten beeld dat doet denken aan een standing stone, zoals je die ook op het Engelse platteland vindt.
‘Interessante typering standing stone, die titel onthoud ik,’ zegt Junghans.hHet is inderdaad een granieten zuil waar ik maar een paar minieme toevoegingen op heb aangebracht, zodat het een beetje op een menselijke figuur gaat lijken. De zuil komt oorspronkelijk uit Finland, waar de familie van mijn vrouw een huisje heeft. Haar moeder – een Finse schilderes – was getrouwd met de Nederlandse beeldhouwer Arthur Spronken. Ik heb enorm veel aan de familie Spronken te danken. Aan tafel werd er altijd over kunst gediscussieerd en daar heb ik heel veel van geleerd. Zelf kom ik uit een familie van ambachtslieden. Ik kende de kunstwereld helemaal niet. In eerste instantie heb ik een opleiding schilderen en tekenen gevolgd aan de Jan van Eyck Academie. Pas op latere leeftijd ben ik gaan beeldhouwen, na een studie aan de Fachhochschule in Aken. Ik ben blijven tekenen, maar met schilderen ben ik gestopt.’
 ‘Er is geen mooier materiaal om mee te boetseren dan een bijl’
Schemergebied
Eenmaal binnen in de boerderij lopen we eerst door de ruime woonkamer die tegelijkertijd dienst doet als tentoonstellingsruimte. Het licht valt aan weerszijden naar binnen door smalle hoge ramen. ‘Hier zet ik mijn beelden meestal neer als ik denk dat ze af zijn. Hoe dat precies werkt weet ik niet, maar in mijn atelier kan ik niet zo goed een idee van het resultaat krijgen,’ zegt Junghans.
We vervolgen onze weg naar de eetkeuken en praten verder over zijn inspiratiebronnen: ‘Ik vind vooral middeleeuwse kunst erg boeiend. In de schilderijen en houten beelden uit die tijd klopt de figuratie eigenlijk niet, maar qua innerlijk kloppen de beelden wel. Het schemergebied tussen figuratie en abstractie boeit me enorm. Door te abstraheren duik je als het ware in een materie die je niet kunt zien. In mijn beelden is zeker de invloed van het kubisme zichtbaar. De beelden van Baselitz vind ik ook geweldig; ze hebben een enorme oerkracht. Wist je dat noch Baselitz noch A.R. Penck staatskunstenaar waren en dat dat de reden was dat ze geen toegang kregen tot de staatsgieterijen in het voormalige Oost-Duitsland ? Vandaar dat ze met hout zijn gaan werken, waar weer een hele nieuwe beweging uit voortkwam. Zelf werk ik het liefst in hout of brons en af en toe in steen. Steen is mooi om mee te werken, maar duurt eigenlijk te lang. Het hout dat ik gebruik, komt uit de havens en heeft eerder als steigerpaal gediend. Je kunt mijn beelden daarom ook buiten zetten; ze gaan niet rotten. De vormen hak ik er met Finse bijlen uit. Er is geen mooier materiaal om mee te boetseren dan een bijl, omdat die dusdanig breed is dat je een prachtige vlakverdeling krijgt.’
 
In het atelier heb je zicht op het ‘work in progress’
 
Het menselijk tekort
Het atelier van Junghans bevindt zich in een aangebouwde schuur, die wordt opgewarmd door een grote houtkachel. Even een paar trappen af en je hebt zicht op Junghans’ work in progress: tientallen manshoge houten beelden bij elkaar in een rommelige opstelling. De meeste beelden lijken sterk op geabstraheerde menselijke figuren. Enkele sculpturen blijken nog niet helemaal af. Weer andere maken de indruk dat ze zijn samengesteld uit losse delen, alsof het om assemblages gaat.
Junghans: ‘Dat klopt. Vaak zaag ik zo’n figuur die af is vervolgens weer in stukken. Van de losse delen maak ik daarna een heel nieuw beeld. Dat ziet er dan evengoed uit als een lichaam, maar het toont toch weer heel anders. De idee om zoiets te maken komt eigenlijk uit de Griekse mythologie. In Plato’s literaire meesterwerk Symposium wordt in een van de dialogen heel mooi beschreven op welke manier de mens geschapen is. Oorspronkelijk waren er drie typen mens. Elk type had vier oren, vier handen en voeten, twee paar ogen, twee gezichten op één hoofd, en zo meer. Dat soort mensen bewoog zich als een ronddraaiend rad door de ruimte en was daardoor enorm sterk. De mens werd echter overmoedig en viel de goden aan. Als straf deelde Zeus elk type mens in tweeën. Vervolgens werden beide helften de aarde rondgestuurd; eeuwig op zoek naar de wederhelft waarvan ze kort daarvoor gescheiden waren. Dit mythologische verhaal vind je in veel van mijn houten beelden terug. De mens is een verlangend wezen, dat zei Plato al. Zodra we ons verlangen loslaten, leven we niet meer.’

Vrouwenlichamen
Dan valt mijn oog op de brede achterwand in zijn atelier, waar lange vellen papier met inkttekeningen hangen die samen één groot tableau vormen. De voorstelling is – naar Junghans zeggen – een kruisafneming. Vreemd genoeg lijken de tientallen op de grond liggende en over elkaar heen buitelende vrouwenlichamen volop in beweging. En op de achtergrond is geen kruis te bespeuren. Junghans legt uit dat het hier om het moment gaat dat Jezus van het kruis is afgenomen.
‘De idee dat wij ons geloof verbinden aan het feit dat iemand aan het kruis hangt, vind ik vreemd. Dat heeft vooral te maken met lijden, dood en opoffering. Maar waarom moet ik steeds dat schrikbeeld voorgeschoteld krijgen? Geef mij liever iets positiefs; zo’n afneming is beduidend interessanter. Voor Jezus heb ik een vrouw als model genomen. Een prachtig model dat dezelfde smalle buik en slanke benen heeft als de Jezus die Rogier van der Weyden geschilderd heeft op zijn Kruisafneming, een werk uit 1435 dat in het Prado hangt. Overmorgen komt een fotograaf van jullie een reportage maken. Op die foto’s zal je zien dat een vrouw als model voor Jezus heel goed kan. Het uiteindelijke tableau van de kruisafneming komt op de hoge wand achterin de galerie Van Voorst van Beest in Den Haag, waar in ik april exposeer. Op de lange wand ertegenover hang ik een meterslange tekening die gebaseerd is op het verhaal uit de Griekse mythologie dat ik eerder schetste: de zoektocht van de mens naar zijn wederhelft. Wat het derde tableau wordt, daar ben ik nog niet helemaal uit. Lijkt me wel mooi om daarop enkele losse lichaamsdelen te schilderen, of een piëta.
 
Portretten
Op weg naar de eetkeuken valt me in de hal rondom het trappenhuis een indrukwekkende serie koppen op. Ze staan op houten sokkels en maken door hun vervaarlijke gezichtsuitdrukkingen een verpletterende indruk. Zijn vroege koppen, die hij portretten noemt, vertonen vooral classicistische invloeden. De latere doen in hun naar het kubisme neigende beeldtaal sterk denken aan het werk van Picasso. En sommige portretten hebben het minimalistische van Brancusi. Daarnaast vallen zijn portretten op vanwege het diverse materiaalgebruik; hout, gietijzer, gips en brons waarin flink gekerfd en gekrast is en waar diepe voren in zijn ontstaan.
‘Het oermodel van dit portret in gips heb ik op zo’n beetje dezelfde manier als mijn grote beelden met bijlen en een hakmes gemodelleerd. Daarna is het in brons gegoten. Het gaat mij er in mijn portretten om een innerlijke gemoedstoestand weer te geven. Siiri zegt altijd dat ik mezelf in deze koppen heb afgebeeld, en misschien is dat ook wel zo. Vaak zie je dat beeldhouwers delen van zichzelf in hun beelden stoppen. Jezelf en je werk – dat is eigenlijk bijna niet te scheiden.’
 
 
Thomas Junghans
Van Voorst van Beest Gallery
31 maart t/m 28 april
Vernissage 31 maart
van 15.00-17.00 uur
www.vanvoorstvanbeestgallery.com
 


Verzameling koppen van Thomas Junghans, foto Inge van Mill